HANDSCHRIFT, v. eigenhandig schrift, iemands wijze van schrijven dat is zijn handschrift niet; een verdraaid handschrift;
—, (-en), een geschreven werk, manuscript (in tegenst. met een gedrukt boek): middeleeuwsche handschriften met miniaturen;
— een bundel gedichten in handschrift, nog onuitgegeven;
— (boekdr.) het manuscript van den schrijver dat gezet moet worden, kopij.