Het begrip hach heeft 2 verschillende betekenissen:
1. hach - HACH, v. (veroud.) gevaar, waagstuk, vgl. hachelijk;
— (gew.) gevaar voor verlies, risico: ´t is een heele hach; iets op zijn eigen hach koopen.
2. hach - HACH, tw. hach noch wach zeggen, geen kik geven, geen geluid geven.