GRIFFEL, v. (-s), schrijfstift, inz. eene stift van leisteen om daarmede op de lei te schrijven, grift: eene punt aan eene griffel slijpen; gekleurde, gouden griffels, die met gekleurd papier, goudpapier zijn omplakt;
— (tuinb.) entlot, entrijs. GRIFFELTJE, o. (-s).