m. (-s), het strottenhoofd, de zetel der stem: mijne krachteloose stem die in mijn gorgel beeft;
— (w. g.) den gorgel reppen, luidkeels zingen;
— slokdarm; keel: ik voelde op dit gezicht mijn gorgel toegeknepen. GORGELTJE, o. (-s).
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: