gorgel
(19e eeuw) (Barg.) keel; hals. Syn.: broodstraat*; corridor*; kakelaar*; kanaal*; roeper*. • Herroep uwe onedele logen, of ik dwing ze met het stael in uwen gorgel terug... (Domien Sleeckx: Kronyken der straten van Antwerpen. Deel 1. 1843) • De woorden bleven mij niet alleen in den gorgel steken, maar ik wist zelfs geen blijf meer met he...