Gepubliceerd op 24-02-2020

Goedvinden

betekenis & definitie

Het begrip goedvinden heeft 2 verschillende betekenissen:

1. goedvinden - (vond goed, heeft goedgevonden), goedkeuren: wat de een goedvindt, keurt de ander af;
dienstig, nuttig achten: handel zoo als gij het goedvindt;
— lust hebben in iets: hij weet hun alles wijs te maken wal hij goedvindt, wat hem lust, wat hij verkiest:
— geen bezwaar tegen iets hebben: zeg maar, hoe gij het hebben wilt, ik vind alles goed; besluiten: de gemeenteraad heeft goedgevonden de kermis af te schaffen;
— wij hebben goedgevonden en verstaan, (in het formulier van afkondiging der wetten), wij verordenen;
— (Zuidn.) te goed houden: kunt ge me niet betalen, ik zal het wel goedvinden;
— (spr.) hebben is beter dan goedvinden; ge kunt niet krijgen en goedvinden, of krijgen en goedvinden is onmogelijk.

2. goedvinden - o. goeddunken, welbehagen: instellingen wier grondslag in hooger dan menschelijk goedvinden ligt; doe naar goedvinden;
— toestemming, welnemen: met onderling goedvinden; ik heb het zonder uw goedvinden niet willen doen.