GISTING, v. (-en), het gisten, de door microorganismen bewerkte verandering of ontleding van stoffen, waarbij verbindingen van een hoogeren in een lageren graad van samengesteldheid overgaat;
— in de scheikunde spreekt men van alcoholische, melkzure, boterzure, rottende gisting, enz.;
— (fig.) mijn bloed geraakt in gisting;
— woeling onder het volk de gistingen onder Leicester.