Gepubliceerd op 06-09-2018

Gember

betekenis & definitie

GEMBER, v. de wortelstok van eene tropische plant (zingiber officinale) die, gedroogd en veelal gekonfijt, als toespijs en geneesmiddel dient, en bekend is wegens zijn prikkelenden smaak witte gember is van de opperhuid ontdaan en met meer zorg gedroogd, derhalve beter dan de zwarte gember; een pot met gember; een stukje gember. GEMBERACHTIGEN, v. mv. de plantenfamilie waartoe de gember behoort.

< >