GEITEBAARD, m. (-en), de baard van eene geit;
— (plantk.) volksbenaming van eene plant met witte puntige bloemtrossen (ulmaria palustris) waarin men eene gelijkenis met den baard van eene geit meende te zien, gewoonlijk moerasspiraea, olmkruid of reinette geheeten;
— ook benaming voor de hier soms gekweekt en een paar malen verwilderd voorkomende plant araneus silvester.