GEHOORZAAL, v. (...zalen), openbare zaal, bestemd tot het houden van voordrachten en redevoeringen, muziekuitvoeringen enz.;
— eene zaal, bestemd tot het geven van academische lessen;
— de zaal, bestemd voor openbare academische plechtigheden, als promotiën, redevoeringen enz.;
— de zaal waarin een gerechtshof zitting houdt en de personen die het vóór zich doet verschijnen aanhoort, gerechtszaal;
— de zaal waarin gehoor wordt gegeven, waarin een vorst, minister enz. de personen ontvangt, die hem iets hebben mede te deelen of te verzoeken, audiëntiezaal;
— (in winkels waar muziekinstrumenten worden verkocht) zaal waarin men deze kan hooren alvorens ze te koopen, inz. voor gramophoons enz.