Gepubliceerd op 02-09-2018

Geeseling

betekenis & definitie

GEESELING, v. (-en), de daad van geeselen, de strafoefening met de geeselroede: eene geeseling ondergaan; iem. eene duchtige geeseling toedienen;

— (fig.) tuchtiging, kastijding, inz. met woorden: hij heeft in die satire aan de prulpoëten eene duchtige geeseling toegediend.

< >