GEDAANTEVERANDERING, v. (-en),
...VERWISSELING, v. (-en), de verwisseling van gedaante, hetzij uiterlijk voorkomen of vorm; (myth.) de vormverandering of herschepping van een mensch in een dier, plant of levenlooze stof, door de macht eener godheid bewerkt: de gedaanteverwisselingen van Ovidius;
— (in betrekking op dieren, inz. insecten), de natuurlijke overgang van den eenen vorm in den anderen: eene volkomen gedaanteverwisseling, waarbij men drie verscheidene toestanden opmerkt: de insecten worden alsdan in den eersten toestand of de eerste gedaante maskers of larven genoemd; in den tweeden toestand dragen zij den naam van nimf of pop; en eerst de derde toestand is die van het volkomen insect; wanneer de larve in hoofdzaak op de ouders gelijkt (met uitzondering der vleugels eenige leden van sprieten en tasters enz.), spreekt men van eene onvolkomen gedaanteverwisseling.