GEBUREN, (gebuurde, heeft gebuurd), (Zuidn.) naast of in de nabijheid van iem. wonen hij gebuurt goed met allen die er rond wonen; gaat met zijne buren goed om, leeft in goede verstandhouding met hen;
— gaan gebaren, een buurpraatje gaan houden.
Gepubliceerd op 02-09-2018
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: