Gepubliceerd op 24-02-2020

Gebraad

betekenis & definitie

Het begrip gebraad heeft 2 verschillende betekenissen:

1. gebraad - GEBRAAD, o. het telkens of aanhoudend braden.

2. gebraad - GEBRAAD, o. (in ’t algem.) gebraden vleesch, inz. wild of wildbraad of gebraden vogels overheerlijk gebraad; koud, warm gebraad; de reuk van gebraad;
— de gezamenlijke gebraden vleeschspijzen, die bij een maaltijd worden opgedischt: het gebak was voortreffelijk, maar het gebraad liet veel te wenschen over;
— een stuk gebraden vleesch, inz. een gebraden stuk wild of een gebraden vogel een lekker gebraad;
— (spr.) (w. g.) hij wordt met het spit geslagen (of gesmeten), zonder van het gebraad gegeten te hebben, hij wordt valschelijk van iets beschuldigd of beticht;
— (spr.) (w. g.) aan de kat, die het spil likt, moet men het gebraad niet toevertrouwen, men moet het toezicht of de bewaring van iets niet overlaten aan iemand, die er zelf zeer begeerig naar is.

< >