GALEISLAAF, m. (...slaven), slaaf die als roeier op de galeien dienst doet;
— arbeiden als een galeislaaf, zwaren en onafgebroken gedwongen arbeid verrichten;
— een leven leiden (of hebben) als een galeislaaf, een hard en moeitevol leven hebben;
— (scherts.) roeier in 't algemeen.