ERFGENAAM, m. en v. (...namen),
...GENAME, v. (-n), hij of zij op wien of wie eene nalatenschap of een deel er van overgaat: natuurlijke erfgenaam, universeele erfgenaam; medeërfgenaam;
— erfgenaam bij versterf, volgens onze wetgeving eerst de bloedverwanten tot in den 12den graad, daarna de langstlevende echtgenoot en eindelijk de staat.