ERFBEZIT, o. erfelijke bezitting;
...BEZITTING, v. (-en);
...CIJNS, m. (...cijnzen), erfelijke rente van een vast goed, erfpacht;
...DEEL, o. (-en), erfportie, aandeel in eene nalatenschap zijn wettelijk erfdeel;
...DIENSTBAARHEID, v. (...heden), last waarmede een erf of onroerend goed bezwaard is ten bate van een ander erf, bv. het recht van overpad, van uitwatering, verbod om bebouwd te worden, enz. heerschende en lijdende erfdienstbaarheden;
...DOCHTER, v. (-s), die later erven moet, inz. eenige erfgename.