EIKESCHAAL, v. (...schalen), eerste of laatste plank die van een eik gezaagd wordt;
...STAM, m. (-men);
...STOBBE, v. (-n), het onderste gedeelte van een eikeboom (inz. als de stam afgezaagd of afgehakt is);
...TAK, m. (-ken);
...TELG, m. (-en), jonge eikeboom;
...WORTEL, m. (-s).