Gepubliceerd op 14-03-2020

Duikelaar

betekenis & definitie

Het begrip duikelaar heeft 2 verschillende betekenissen:

1. duikelaar - DUIKELAAR, m. (-s), lischdodden, een zeer algemeen geslacht van waterplanten, door twee inlandsche soorten vertegenwoordigd, (typha latifolia en angustifolia. (Plaatselijke namen donzen, bulpezeriken, duivelsknoppen, raboorden, waterknotsen, zwezeriken, doetebolten, hanenbolten, pommels, dutten, douterkousen, polsen, biezebrassen, sneelings, kannewasschers en doedels).

2. duikelaar - DUIKELAAR, m. (-s, ...laren), iem. die duikelt;
— zeker kinderspeelgoed, een van onderen met een halfbolvormig stukje lood bezwaard poppetje van vlierpit dat altijd gaat staan hoe, men ’t ook neerwerpt;
— vleugelvrucht van den eschdoorn.
DUIKELAARSTER, v. (-s), zij die duikelt.

< >