Gepubliceerd op 02-09-2018

Doorslag

betekenis & definitie

DOORSLAG, m. (-en), vergiettest: het doorslaan eener balans; overwicht dat het doorslaan bewerkt;

— (fig.) dat geeft den doorslag, dat beslist de zaak, dat is afdoende;
— (smed.) soort van drevel om gaten in plaatijzer te slaan;
— (fig.) in doorslag, het een door het ander berekend;
— (Zuidn.) er zit geen doorslag in dien man, hij weet niet van aanpakken, van zich flink door zijn werk heen te slaan;
— (Z. A.) moerassig, drassig terrein.

< >