Gepubliceerd op 02-09-2018

Dons

betekenis & definitie

DONS, o. de fijnste en zachtste veeren, inz. van de eidereend; veeren bed;

— (plantk.) fijne, wollige vezels op sommige stengels, bladeren en vruchten;
— het eerste dons (der kin), de eerste baardharen, nog fijn en zacht;
— (Zuidn.) het fijnste meel.