dons
(1991) (inf.) (meestal verkleinvorm) schaamhaar. Ook wel: donker dons. • (Hanneke Kunst & Xandra Schutte: Lesbiaans. Lexicon van de Lesbotaal. 1991) • Een zelfbewuste buik. Goed getraind, vroeger op turnen gezeten? Nu op aerobics, roeien? Een streepje blond dons loopt verticaal naar beneden. (Hanneke Groenteman: Doorzakken b...