DEKSCHAAL, v. (...schalen);
...SCHAALTJE, o. (-s); schaal, schaaltje met deksel;
...SCHILD, o. (-en), (nat. hist.) vleugelschild der kevers;
...SCHOOR, v. (...schoren), dekstijl;
...SCHUB, v. (-ben), (plantk.) schubben aan den voet van den kelk;
— de onderste schub van den kegel der naaldboomen; (dierk.) bovenste schubben op een vlindervleugel;
...SCHUIVER, m. (-s), (zeew.) korte plank met eene reep leder of gummi voorzien, aan een langen steel, waarmede het scheepsdek wordt gedroogd, ook oud wijf geheeten;
...SCHUIT, v. (-en), schuit met een dek.