Gepubliceerd op 19-09-2018

Lust

betekenis & definitie

Lust m. (-en), gewaarwording van genoegen of genot, genoegen, (ook) datgene wat de gewaarwording van genoegen opwekt: het is een lust dit te zien; iets met lust doen; dit is mijn lust en mijn leven;

— eene hooge mate van verlangen naar hetgene aangenaam is, trek, begeerte, verlangen, behagen (in): ik heb er geen lust in; ik heb geen lust tot eten; ik zou wel lust hebben om eene wandeling te doen;
— hartstocht; ongeregelde zinnelijke begeerte (dan vooral in het meerv. gebruikt): dierlijke lusten; men moet zijne lusten bedwingen; hij is de slaaf van zijne lusten;
— zijne lusten boeten, zijne begeerte bevredigen, (ook) zich op iem. wreken.