Gepubliceerd op 19-09-2018

Liefde

betekenis & definitie

LIEFDE, v. die toestand des gemoeds, waarin men een innig welgevallen heeft aan iets, zich in het bezit of genot daarvan verheugt: de liefde tot het geld; liefde tot de natuur hebben, gaarne in de vrije natuur wandelen, zijn;

— liefde tot studie, gaarne studeeren;
— uit liefde voor de waarheid. gaarne waarheid spreken; iets met liefde verrichten, gaarne doen;
— het welbehagen in een persoon, gepaard met een ijverig streven om diens welzijn te bevorderen; liefde voor iem. hebben; liefde tot den naaste;
— werken der liefde, der christelijke liefde, der liefdadigheid;
— ouderlijke liefde, liefde der ouders voor hunne kinderen;
— kinderlijke liefde, liefde der kinderen voor hunne ouders;
— uit liefde voor u, om uwentwille;
— doe het om de liefde Gods, doe het toch, wat ik u bidden mag;
— liefde tot God die toestand des gemoeds, waarin men de vurige begeerte koestert om uit dankbaarheid voor ontelbare gunstbewijzen tot eer van het Opperwezen te leven;
— hij vervult zijne plichten met liefde, met opgewektheid en toewijding, met lust; (bijb.) de liefde is de band der volmaaktheid; de liefde is de vervulling der wet;
— de christelijke liefde, de liefde tot den naaste, die van den christen geëischt wordt;
— iets met den mantel der liefde bedekken, toegevend zijn voor de gebreken en tekortkomingen van anderen;
— welgevallen in een persoon, gepaard met den wensch om er mede in huwelijksgemeenschap te leven: van liefde branden; die liefde is sterker dan de dood; geen liefde komt Gods liefde nader of is zoo groot (als de liefde tusschen echtgenooten, de huwelijksliefde);
— panden der liefde, kinderen;
— een kind der liefde, een natuurlijk of onecht kind; vurige, zinnelijke liefde, inz. tot het lichaam, niet tot den persoon;
— Platonische liefde, zuiver geestelijke liefde, zonder een zweem van zinnelijkheid;
— zij wonen in vrije liefde samen, in huwelijksgemeenschap zonder wettelijk of kerkelijk getrouwd te zijn;
— de liefde is blind, ziet geen leed, zij ziet de gebreken van den geliefden persoon niet;
— (spr.) oude liefde roest niet, de liefde, die men iem. heeft toegedragen, gaat nooit geheel verloren;
— (fig.) zij is een middel (of remedie) tegen de liefde, zij is zoo leelijk als de nacht;
— voorwerp der liefde: zij is zijne eerste liefde;
— (dicht.) de minnegod Cupido.