Gepubliceerd op 01-09-2018

Cedel

betekenis & definitie

CEDEL en CEEL, v. (cedels, cedelen en ceelen), schriftelijke kennis- of lastgeving;

rekening of declaratie;
geleibiljet;
bewijs aan toonder van opslag van goederen in pakhuizen van derden (van veemen, in entrepots);
— (in den termijnhandel) stuk waarbij iem. zich verbindt, zekere hoeveelheid eener waar op een bepaalden tijd tegen een bepaalden prijs te leveren;
— schriftelijke opsomming, lijst: eene heele ceel, groote reeks; (gew.) ceel maken, eene lijst opmaken van personen aan wie de weet moet gedaan worden van iemands overlijden;
— (gew.) iem. op de ceel hebben, van hem weinig goeds te vertellen hebben;
— (wev.) schetsteekening van den opzet van een weefsel;
— (bouwk.) nabootsing van eene rol perkament.