CANDIDAAT, m. (...daten), iemand die naar eene betrekking, eene waardigheid staat, die zich voor een examen aanmeldt enz. er hebben zich voor die betrekking, voor dit examen vele candidaten aangemeld; de helft der candidaten is geslaagd;
— zich candidaat stellen, zich beschikbaar stellen, zijne diensten aanbieden voor een ambt, een post;
— candidaat voor de Tweede Kamer, voor den gemeenteraad, aan de kiezers als lid aanbevolen;
— candidaat gesteld worden, (voor een genootschap b. v.) in aanmerking genomen worden voor het lidmaatschap;
— ook zekere academische graad, waardoor men tot de studie voor het doctoraal examen wordt toegelaten; candidaat in de letteren; candidaat in de rechten; candidaat in de godgeleerdheid; candidaat tot den H. dienst, proponent bij de Ned. Herv. kerk.