Wat is de betekenis van Candidaat?

2024-04-26
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Candidaat

zie kandidaat.

2024-04-26
Van aalmoes tot zwijntjesjager

Dr. E. Schröder (1980)

Candidaat

Wanneer een Romeins burger naar een openbaar ambt wilde dingen, moest hij zich eerst laten inschrijven op de lijst der sollicitanten. Nagegaan moest worden of hij verkiesbaar was en wanneer dat het geval was liet hij zijn toga wassen in krijtwater, zodat deze in plaats van geelachtig helder wit werd. Wit gold als de kleur van nederigheid en goede t...

2024-04-26
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Candidaat

iemand, die naar een betrekking, een functie dingt; titel na het afleggen van zekere examens (bijv. candidaat in de theologie).

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Candidaat

s., kandidaet; — zijn, op (it) tal stean.

2024-04-26
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Candidaat

(<Lat.), m. (...daten), 1. iemand die in aanmerking komt om tot een ambt of een betrekking benoemd of verkozen te worden : er hebben zich voor die betrekking vele candidaten aangemeld; zich candidaat stellen, zich beschikbaar stellen, zijn diensten aanbieden voor een ambt, een post; — candidaat voor de Tweede Kamer, voor de gemee...

2024-04-26
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Candidaat

(v. Lat. candidus, wit, de kleur van de toga der verkiezings-e.d. candidaten in oud-Rome) ; (1) iemand die naar een ambt dingt; (2) laagste academische graad; (3) in de Ned. Hervormde Kerk, C. tot de H. Dienst: beroepbaar predikant.

2024-04-26
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

candidaat

m. wie naar een ambt of betrekking dingt; die zich a. e. examen onderwerpt; titel na het afleggen v. zekere examens bv. i. d. letteren, ~-notaris. candidatuur. v. het candidaat zijn; candidaatsteillng.

2024-04-26
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

CANDIDAAT

(candidatus) was bij de Romeinen de naam van iemand, die naar een staatsambt dong, bepaaldelijk naar dat van quaestor, volkstribuun, aedilis, praetor of consul, omdat hij zich in een witte toga (vgl. Latijn candidus — wit) in het openbaar vertoonde, bij de kiezers rondging, ieder de hand drukte en zo te kennen gaf, dat hij het a...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

candidaat

m. candidaten (Lat. candidatus; eig. de in het wit geklede: 1 dinger naar een ambt, betrekking enz.; gegadigde; 2 examinandus; iem., die zich aanmeldt voor een examen; 3 academische graad, voorafgaande aan de doctorale; iem. met deze graad): 1. candidaat voor de Tweede Kamer; zich, iem. candidaat stellen; 2. de candidaat werd afgewezen; 3. candidaa...