Gepubliceerd op 01-09-2018

Broed

betekenis & definitie

BROED, BROEDSEL, o. de ter zelfder tijd uitgebroed wordende eieren of uitgebroede jongen van vogels kuikens van *t zelfde broedsel; (ook m.) de kuikens van den eersten broed; eieren of jongen van slangen, bijen, visschen, oesters enz.; (fig.) ook van menschen de vader, de moeder, de kinderen, 't gansche broed deugt niet, ’t gansche geslacht, de heele familie.

< >