Wat is de betekenis van Broed?

2024-04-19
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

broed

broed - Zelfstandignaamwoord 1. eieren of larven van een dier Het broed van de honingbij heeft een temperatuur nodig van ongeveer 37 graden Celsius. broed - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van broeden ♢ Ik broed 2...

2024-04-19
Biologische encyclopedie

G. Th. van Kempen (1974)

broed

of broedsel, nakomelingschap van eierleggende dieren, ➝ broedzorg. In de bollenteelt de kleine bolletjes die bij aankruisen ontstaan, bv. bij hyacint.

2024-04-19
Lexicon Nederlandse beeldende kunstenaars 1750-1950

Pieter Scheen (1969)

Broed

Broed - zie A. A. M. Broeders.

2024-04-19
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Broed

1. (tuinb.) Bij de bollenteelt noemt men b. de kleine bolletjes, die ontstaan bij de vermeerdering b.v. cloor het kruisen en kollen van hyacinth bollen. 2. (pluimveet.) B. of broedsel: natuurlijk of kunstmatig uitgebroed wordende vogeleieren of uitgebroed zijnde jongen of kuikens. Wordt ook wel gebruikt bij andere dieren, b.v. bij insecten (bijen).

2024-04-19
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Broed

o., gmv., broedsel, de ter zelfder tijd uitgebroed wordende eieren of uitgebroede jongen van vogels: kuikens van ’t zeljde broed; (ook m.) de kuikens J van de eerste broed; — bij uitbr.: eieren of jongen van f slangen, bijen, vissen, oesters enz.; (fig.) ook van mensen : de vader, de moeder, de kinderen, 't...

2024-04-19
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

broed

o. (broedsel; van vogels: terzelfder tijd uitgebroed wordende eieren of uitgebroede jongen, bij uitbr. v. slangen, bijen, oesters).

2024-04-19
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Broed

Broed - → Broedorganen.

2024-04-19
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

broed

(broei) o. Dicht, broedsel.

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-19
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Broed

o. (g. mv.), broedsel, eieren of jongen van vogels die tegelijkertijd uitgebroed worden: kuikens van hetzelfde broed; (ook m.) de kuikens van de eerste broed; (bij uitbreiding) eieren of jongen van slangen, bijen, vissen, oesters; fig. ook van mensen: de vader, de moeder, de kinderen, het ganse broed deugde niet, het ganse geslacht, de hele familie...