Gepubliceerd op 24-02-2020

Brem

betekenis & definitie

Het begrip brem heeft 3 verschillende betekenissen:

1. brem - BREM, v. ziltig nat, pekel zoo zout als brem. zeer zout. Zie BRIJN.

2. brem - BREM, v. zekere vlinderbloemige plant, bezemkruid, (sarothamnus scoparius); de gewone brem, op beschaduwde heide- en zandgronden voorkomende heester met fraaie gele, okselstandige bloemen de goudgele brem;
— de behaarde brem of kruipbrem (genista pilosa) met lancetvormige, toegevouwen bladeren en bijna ongesteelde bloemen;
— de Engelsche brem (genista anglica) met langwerpige onbehaarde bladeren en talrijke kleine doornen;
— de Duitsche brem (genista germanica) met lancetvormige, sterk gewimperde bladeren en eindelingsche bloemtrossen;
— de brem wordt gebruikt als groene bemesting, als strooisel in stallen, als brandstof , tot randen om bloembedden, tot het maken van bijenkorven en bezems, het geelverven, het inleggen van meubelen enz.

3. brem - BREM, v. (Ind.) eene soort van arak uit gegiste, gekookte rijst.