BREEKBEITEL, m. (-s), groote beitel der timmerlieden en metselaars, gebruikt om iets open te breken;
— (zeew.) werktuig waarmee het oude werk uit de naden gekrabd wordt;
...DISSEL, m. (-s), eene soort van grooten dissel;
...HOUT, o.(-en), dwarslatje tegen de helling eener brug gespijkerd om de vaart te breken van den afgaanden voetganger;
...IJZER, o. (-s), werktuig om sloten open te breken; zeer groote breekbeitel der metselaars.