Gepubliceerd op 01-09-2018

Blozen

betekenis & definitie

BLOZEN, (bloosde, heeft gebloosd), een blos hebben van gezondheid: er blozend uitzien;

— (Zuidn.) hij bloost gelijk het bloed van apen, hij is zeer bleek;
— rood worden (inz. van schaamte); zij bloosde van genoegen; iem. doen blozen; hij weet van blikken noch blozen. BLOZEN, o. het rood worden. BLOZING, v.