BLOEMENSCHAAR, v. (...scharen), eene schaar die de bloemen met eene veer vasthoudt, wanneer zij afgeknipt zijn;
...SCHAT, rr.;
...SPRAAK, v. bloementaal, de kunst om door middel van natuurlijke bloemen zich aan een ander verstaanbaar te maken;
...TAAL, v. bloemenspraak;
...TAFEL, v. (-s);
...TAFELTJE, o. (-s), tafel uitsluitend bestemd om daarop potten met bloemen te plaatsen;
...TENTOONSTELLING, v. (-en);
...TIJD, m. tijd waarin de meeste bloemen bloeien;
...TUIN, m. (-en);
...WALS, m. wals waarbij iedere dame een bouquetje ontvangt en onder het walsen vasthoudt;
...WEELDE, v. rijkdom, overvloed van bloemen;
...ZEE, v. groote menigte van bloemen.