BLAASVAREN, v. (-s), (plantk.) een varengeslacht waarvan in Nederl. slechts ééne soort: de broze blaasvaren;
...VISCH, m. (...visschen), kogelvisch;
...VRUCHT, v. (-en), (plantk.) dopvrucht met teederen, vliezigen wand;
...WERK, o. blaasbalg, luchtkast en luchtlade van een orgel;.. .WERKTUIG, o. (-en), algemeene naam voor blaasbalgen, blaascilinders enz.;
...WIER, o. eene soort van wier met luchtblazen (fucus vesiculosus),
...WORM, m. (-en), larve van een lintworm.