BEROEPSWERKLOOZE, m. (-n), iem. die werkloos is, niet door toeval, maar die stelselmatig zonder werk blijft: Den Haag telt zeer veel beroepswerkloozen, die bij een onderzoek naar de werkloosheid niet meegeteld mogen worden;
...WET, v. (-ten);
...ZIEKTE, v. (-n), ziekte die een gevolg is van het uitoefenen van een beroep.