Gepubliceerd op 31-08-2018

BANKEN

betekenis & definitie

1. BANKEN, (bankte, heeft gebankt), (eigenlijk) op de bank in de herberg zitten, (vandaar) feestvieren, eten en drinken, fuiven; (bij uitbr.) gezellig ; bijeenzijn; (ook) vertoeven, ergens verblijven; hij zal daar niet lang banken, niet lang blijven.

2. BANKEN, (bankte, heeft gebankt), op eene bank komen om daar te visschen;
— een schip op eene droogte zetten om het van onderen te kunnen herstellen of schoonmaken.
3. BANKEN, (bankte, heeft gebankt), een kaartspel spelen, waarbij een der spelers de bank houdt, d. i. den inzet der spelers ontvangt of hun uitbetaalt, ook een- en twintigen of vingt-eu-un genoemd.