Gepubliceerd op 31-08-2018

BALSEM

betekenis & definitie

m. (-s), dik vloeibare oplossing van harsen in vluchtige oliën, als uitwendig geneesmiddel of als parfumerie gebruikt;

— (in kwakzalvers taal) elk uitwendig geneesmiddel, smeersel, zalf;
— (fig.) alles wat een lieflijken of aangenamen geur verbreidt: de bloemen wasemen balsem uit;
— (fig.) troost, opbeuring: balsem in de wonde gieten, troosten.