Gepubliceerd op 31-08-2018

BAKERSCHELLING

betekenis & definitie

m. (-en), (veroud.) schelling (arends-, roos-, snaphaansschelling) dien men, vooral omdat deze munt groot van stuk was, als eene fooi aan de baker gaf; (fig.) een zeer groote schelling, elders ook wel flapschelling geheeten;

...SPELD, v. (-en), zeer groote speld;
...SPROOKJE, o. (-s), sprookje zooals door bakers aan oudere kinderen wordt verteld;
...STOEL, m. (-en).

< >