Gepubliceerd op 31-08-2018

ARISTOCRAAT

betekenis & definitie

m. (...craten), in het oude Griekenland, die door geboorte, beschaving of welgesteldheid uitmuntte;

— smalende benaming voor de leden der Nederlandsche regentenfamiliën op het einde der 18de eeuw; aanhanger van het denkbeeld, dat de leiding in staat en maatschappij alleen moet berusten bij hen die uitmunten door geboorte, beschaving en welstand;
— iem. met zeer beschaafde manieren en denkwijzen;
— (scherts.) een heer, een trotsch, ongenaakbaar persoon onze nieuwe burgemeester is een aristocraat; hij is een aristocraat onder de onderwijzers.

< >