o. argumentum ad hominem, een argument op den man af, ontleend aan den toestand, de woorden of de belangen van hem met wien men eene discussie voert; (scherts.) oorvijg;
— argumentum ad rem, bewijsvoering die tot de behandelde zaak veel afdoet;
— argumentum a posteriori, bewijs uit de ervaring geput;
— argumentum a priori, bewijs dat alleen op redeneering berust;
— argumentum probabile, waarschijnlijkheidsbewijs.