Gepubliceerd op 31-08-2018

ANDERMAN

betekenis & definitie

m. (...lieden,

...lui), een ander, iemand anders (vooral in den gen.): andermans gebreken hekelen; van een(s) andermans geld leven; zich met eens andermans zaken bemoeien;
— (spr.) uit andermans leer is ’t goed (gemakkelijk) riemen snijden, men kan wel ruim te werk gaan, als een ander de kosten draagt;
— 't is altoos vet in andermans schotel, ontevreden zijn over zijn eigen bezit en dat van een ander te hoog schatten; (volkst.) anderlui’s ongeluk, ’t ongeluk van anderen.
ANDERMANSGEK, m. buurmansgek.

< >