Gepubliceerd op 30-08-2018

Afschrappen

betekenis & definitie

AFSCHRAPPEN, (schrapte af, heeft afgeschrapt), (overtollige stof aan de buitenzijde van een hard voorwerp) door schrappen met een mes of eenig ander scherp werktuig ervan afscheiden en wegnemen : de punt van dat potlood is nog niet fijn genoeg; ge moet er nog wat afschrappen;

— (een hard voorwerp) door schrappen van de overtollige stof ontdoen : de punt van een potlood afschrappen;
— (geschreven woorden, namen en cijfers) doorschrappen of met een schrap aanwijzen, een schrap erdoor halen of erbij zetten : dezen post moet ge van de rekening afschrappen; dat getal is veel te groot, schrap er eenige cijfers af;
— iemands naam, ook iem. van de lijst afschrappen, ervan verwijderen, (fig.) van het lidmaatschap vervallen verklaren;
— (zalen wier omtrek, uitgestrektheid of richting men wil te kennen geven) in omtrek zichtbaar voorstellen, afschetsen door het zetten van schrapjes die de grenzen of het beloop ervan aanwijzen : de lengte en breedte van iets op eene plank afschrappen.

< >