Gepubliceerd op 30-08-2018

Afschilderen

betekenis & definitie

AFSCHILDEREN, (schilderde af, heeft afgeschilderd), in schilderij nabootsen, met kleuren afbeelden op paneel of doek : een mensch, een dier, een boom, eene bloem afschilderen;

— iem. naar het leven afschilderen, sprekend, gelijkend afbeelden;
— (fig.) iem. of iets door zinnelijke teekenen, zichtbaar of hoorbaar, zoodanig voorstellen, dat men bij den aanschouwer of hoorder een duidelijk beeld ervan verwekt: die redenaar legt er zich op toe de hartstochten door zijne stem en gebaren af te schilderen; de woede was op zijn gelaat afgeschilderd;
— schrik en angst stonden in zijne trekken af geschilderd, waren te lezen;
— iem. of iets in geschreven of gesproken woorden zoo levendig beschrijven, dat men bij den lezer of hoorder eene heldere voorstelling ervan verwekt, hem als ’t ware een duidelijk beeld voor oogen stelt: zal ik nu het plechtig stervensuur des vaders en de wanhoop der dochter afschilderen ?; hij was veel zwarter afgeschilderd dan hij is, voorgesteld;
— iem. of iets met sombere zwarte kleuren afschilderen, er een somber tafereel van ophangen;
— zich iemand of iets afschilderen (in zekere hoedanigheid), zich in den geest zulk een beeld ervan vormen;
— (een schilderstuk dat nog niet afgewerkt is) afmaken, voltooien: waarom schildert ge dit stuk niet eerst af, voor ge iets nieuws opzet ?;
— zeer veel schilderen.

< >