Gepubliceerd op 30-08-2018

Afloeren

betekenis & definitie

AFLOEREN, (loerde af, heeft afgeloerd), ter sluik afkijken; te weten komen door er ongemerkt en met een arglistig oogmerk naar te kijken: iem. een kunstje, een handgreep enz. afloeren;

— iets van iem. afloeren, eene handeling van hem bespieden;
— hij heeft alles afgeloerd, alles bespied wat er voorviel;
— (eene uitgestrektheid in de ruimte) loerend afkijken, om ter sluik te bespieden wat er voorvalt : een struikroover loerde den weg af om den eenzamen wandelaar te bespieden; eene gelegenheid, eene kans, een voordeel afloeren, ze in stilte oplettend af wachten;
— (w. g.) hij trachtte mij dat af te loeren, op arglistige wijze afhandig te maken. AFLOERING, v.

< >