Gepubliceerd op 30-08-2018

Afdrijven

betekenis & definitie

AFDRIJVEN, (dreef af, heeft en is afgedreven), (van vaartuigen en andere drijvende voorwerpen) door de werking van stroom of wind dwars uit den gestuurden koers gedreven worden : het bootje dreef af; wij dreven al verder van den wal af;

— afdrijven is winnen, wanneer het schip, bij gedraaid liggende, van zelf drijft naar den kant waar men heen wil;
— (van wolken, buien enz.) door den wind weggedreven worden, zich verwijderen : de bui drijft af;
— (dicht.) ook van andere voorwerpen, b. v. van eene krijgsmacht, den toorn enz.;
— stroomafwaarts drijven : den Rijn afdrijven ;
— (fig.) met den stroom afdrijven, zich door de mode, of het voorbeeld van anderen laten medesleepen;
— door drijven verwijderen : de wind dreef de bui af; hij dreef de koeien van zijn erf af;
— (Zuidn.) afslaan (een verzoek of eene bede);
— (geneesk.) wormen afdrijven, die door geneesmiddelen uit het darmkanaal verwijderen;
— de vrucht afdrijven, eene onvoldragen vrucht door toegediende of aangewende middelen met een misdadig oogmerk, uitdrijven, eene ontijdige verlossing bewerken;
— (echeik.) goud en zilver zuiveren van het lood, koper enz. waarmede het vermengd is;
— (vee) afmatten, uitputten door het te lang of te sterk te drijven;
— naar beneden drijven (vee, trekdieren enz.)