ACHTERNAZENDEN, (zond achterna, heeft achternagezonden), iem. van de plaats vanwaar hij vertrokken is iets toezenden, dat hij vergeten heeft of dat men hem nog bijtijds wil doen toekomen : eene paraplu achternazenden; zoo ook, bij uitbreiding, (den vijand) kogels, pijlen achternazenden;
— iem. scheldwoorden, vloeken achtemazenden, iem. die zich verwijdert, ze achternaroepen;
— iem. afzenden om een vertrokken persoon in te halen, enz. j