Gepubliceerd op 14-11-2017

aanval

betekenis & definitie

Aanval - m. (-len), het aanvallen, wijze van oorlogvoeren in een aanvallende krijg: (fig.) bestrijding in een geschrift; krachtige poging om iem. tot andere gedachten te brengen, om hem tot iets over te halen: een aanval op het hart van een meisje wagen. met aandrang om hare hand vragen:

- een aanval op iemands beurs doen. een beroep op zijne mildheid om geld van hem te verkrijgen, plotselinge, meestal kortstondige, aandoening van eene lichamelijke of geestelijke ziekte, of van gemoedsbewegingen, hartstochten: een aanval van koorts, kiespijn, beroerte, dolheid, drift, woede; - dat huis heeft veel, den eersten aanval, aanloop, bezoek.