v.,
1. het werkzaam-zijn : tijdens zijn werkzaamheid bij de firma A. ;
2. vlijt, naarstigheid: ik bewonder zijn onvermoeide werkzaamheid,
3. (...heden), wat verricht wordt of moet worden, bezigheid, arbeid: de werkzaamheden zijn reeds begonnen; lijst van werkzaamheden op een school, lesrooster.