Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Gepubliceerd op 01-01-2021

Vue

betekenis & definitie

(Fr.), v. (-s), blik : vues op iem. hebben, een oogje op hem hebben, naar zijn (haar) hand dingen; — à vue, op zicht (van wissels); (muz.) d vue spelen, van het blad, onvoorbereid; — (ton.) changement à vue, decorverandering bij open doek.

< >